Indisch Wetenschappelijk Instituut
 
F.E.V.T. Littmann d'Adami Rey (1904-1971)


{1958:Rijswijk, Nederland}

1904
In Nederland houdt Van Heutz, bijgenaamd de Pacificator van Atjeh, zijn triomftocht. En in Semarang begint de levensreis van Flora Elisabeth Valesca Theodora Littmann d'Adami Rey. Haar levensreis zal haar ook ooit naar in het verre vaderland voeren, maar daar heeft niemand nu nog een idee van. Flora is de oudste dochter van Johanna Elizabeth Holzapfel, geboren in 1881 in Fort de Kock. Flora's weidse achternaam komt van haar vader Frans Xavir Robert Sylvester Josef Karl Anton Littmann d'Adami Rey. Flora heeft al een oudere broer Robert, geboren in Koedoes in 1901. En na haar worden nog broertje Christophore (Singapore, 1906) en nakomelingetje Christine (Batavia, 1912) geboren. Het gezin zwerft zoals gebruikelijk, door de Archipel naar gelang de overplaatsingen door vaders baan. Net zo vaak gaat vader alleen op reis. Dan stuurt hij mooie foto's op, zoals die van die omgevallen trein in Moeara Enim, Zuid-Sumatra. 

{1922:Moeara Enim, Sumatra, Indonesië} 

1919
Pos! In Weltevreden (Batavia), op Oud Gongandia Gang Baroe nummer 4, brengt toekang Pos het bericht dat Flora geslaagd is voor haar admissie-examen! Sinds de kinderen naar de Middelbare School gaan, heeft het gezin zich in Batavia gevestigd. Nu Flora geslaagd is kan ze naar de Prinses Julianaschool, een driejarige HBS-opleiding voor meisjes. Er gaan niet zoveel meisjes naar de HBS. Maar Flora is slim; misschien gaat ze later wel in Nederland studeren. Dan is het handig dat ze nu naar een concordante school gaat, een school met hetzelfde lesprogramma als in Nederland. 

 {1902:Bukittinggi} 

1922
Flora haalt haar eindexamen met gemak. Dat wil zeggen: wel met hoge cijfers voor haar vreemde talen, maar met 5-jes voor Nederlands. Aan de andere kant van de wereld doet Mohammed Hatta (Bukittinggi,1902) het beter. Die is net lid geworden van De Indische Vereeniging, waar hij in 1926 voorzitter van wordt en later Perhimpunan Indonesia zal gaan heten. Na de Europese Lagere School (ELS) in zijn geboorteplaats en de HBS in Padang is hij in 1921 in Nederland aangekomen voor een studie aan de Handels Hogeschool in Rotterdam. Flora is zo ver nog niet. Zij blijft in Indië; ze neemt een baan; in 1937 haalt ze haar Praktijk-Diploma Kantoor-Stenograaf. In ongeveer diezelfde tijd heeft Hatta half Europa rondgereisd, op zoek naar steun voor een onafhankelijk Indonesië. Zijn toespraken uit die tijd, Indonesië Merdeka, en Indonesië en de Onafhankelijkheid, worden wereldberoemd, maar niet in Nederland.    

{1940:Jakarta}

1940
Ben ik wel Nederlandse? Flora heeft er zelf nooit aan getwijfeld, maar sinds 10 mei 1940 is het opeens een punt. Opeens moet ze kunnen bewijzen dat ze niet tot een vijandelijke nationaliteit behoort! Zo'n 3000 Duitsers, Hongaren, Oostenrijkers, mensen met Duitse achternamen of voorouders, plus alle (vermeende) NSB-ers en pro-Duitsers verdwijnen achter Nederlands prikkeldraad als potentieel staatsgevaaarlijk. Flora en haar familie krijgen gelukkig van de assistent-resident van Batavia een bewijs van Nederlands Onderdaanschap, naar de Wet op het Onderdaanschap van 1910. Rond die tijd, ver weg, in Tamarkan, ergens aan de Birma-Siam spoorweg, sterft op 29 juli 1943 haar broer Robert. Zonder zo'n bewijs, maar wel als Nederlands krijgsgevangene van de Japanners; hjij wordt later op Kanchandouri begraven. Tegen de tijd dat zijn familie daar van op de hoogte is, is de Japanse tijd afgelopen. Zonder overgang begint de 'bersiap', genoemd naar de strijdkreet van de pemuda's. Zij schrijven anti-Nederlanse leuzen op de gevels, zelfs op de trams. De onafhankelijkgheidsoorlog is ook voor Flora zichtbaar en voelbaar.            

{1950:Jakarta}

1950
Tegen de tijd dat Mohammed Hatta de eerste vice-president van Indonesië wordt, worstelt Flora met de vraag: Warganegara of Nederlander? Waarvoor moet ik opteren? Alle Europeanen in het nieuwe Republik Indonesia krijgen twee jaar de tijd om die keus te maken. Volgens de officiële documenten is zij "Nederlands onderdaan, niet behorende tot de inheemse bevolking van Indonesië, zonder vreemde nationaliteit". Volgens de Optiewet heeft ze daarmee de Indonesische nationaliteit, met (tot woensdagavond 17 december 1951, 6 uur) het recht deze te verwerpen en de Nederlandse nationaliteit te "herkrijgen". Wat een keus! Indonesische worden, met haar niet weg te poetsen tjap baru of buitenlander worden in haar geboorteland. Ze voelt zich beslist geen buitenlander, en ze gaat ook niet weg uit Indonesië, maar Flora opteert toch voor het Nederlanderschap. Misschien was het nodig bij de KPM, de Nederlandse scheepvaartmaatschappij waar ze werkt? Ondertussen haalt ze wel allerlei Indonesische diploma's, zoals het Diploma Handelscorrespondentie Engels; haar zusje Christine bekwaamt zich in het modevak.              

{1954:Medan}1954
Zelfs een familiebezoekje is niet meer eenvoudig. De bewegingen van Europeanen worden nauwlettend in de gaten gehouden, zeker met de eerste verkiezingen in zicht. Flora heeft een surat keterangan nodig van het gemeentebestuur van Djakarta Raya, district Mataram. Dat is een verklaring annex toestemming om een maand bij haar broer Christophore in Medan te kunnen logeren. Flora weet het nog niet, maar haar hoogste bazen van de KPM en het Nederlandse Hoge Commissariaat in Jakarta hebben al een evacuatieplan voor Nederlanders op stapel staan. Dat zal drie jaar later, na Zwarte Sinterklaas 1957, inderdaad actief ingezet worden. Maar voorlopig geniet Flora uitgebreid van de lange reis naar Noord-Sumatra en van het weerzien met haar broer. Wat zij ook niet weet is dat het de laatste keer zal zijn dat ze elkaar zullen zien.      

{1958:Rijswijk, Den Haag, Nederland}

1958
Usir andjing belanda dari R.I, oftewel Jaag de Nederlandse honden Indonesië uit! Het staat in allerlei variaties op muren en trams. Het lijkt wel weer Bersiap. Het is voor Nederlanders echt gevaarlijk geworden in Indonesië, dankzij Luns en wat in Nederland de kwestie Nieuw Guinea heet: het Nederlandse 'dekolonisatiebeleid'. Nieuw Guinea blijft nog onder Nederlands gezag, maar de KPM is alvast genationaliseerd. Hun verblijfsvergunning loopt af, ze gaan "naarHolland". Terwijl het hoofdkantoor van de KPM uitwijkt naar naar Singapore, spoelen Flora, haar zusje Christine, moeder Johanna en nog wel 30.000 andere Nederlanders, maar niet broer Christophore, alsnog in Amsterdam aan. Met z'n drieën wonen ze eerst in Hilversum, maar als Flora Rijks-ambtenaar wordt, verhuizen ze naar Rijswijk. Niet die wijk in Batavia, maar een dorpje bij Den Haag; Flora woont er tot haar overlijden in 1971. Toch een beetje thuis?

1904