Indisch Wetenschappelijk Instituut
 
G.Th.Mariano di Calouta


{1877:Lancaster, Engeland}

1877
Kleinzoon Theo (1951) herinnert zich het huis nog goed, hoewel hij pas 6 jaar was toen hij het verliet. Het stond in Soerabaja, aan de kali Brantas, schuin tegenover Hotel Sahid, en het was zijn geboortehuis. Hij woonde daar tot zijn vertrek naar Holland in 1956, samen met zijn twee oma's, twee moeders en twee vaders, en met nog veel meer mensen die kwamen en gingen. Vrienden van zijn ouders en grootouders, en vooral heel veel jongens van de padvinderij. Want oom Hanno was Hopman, fervent padvinder vanaf zijn 8e jaar. Het huis was groot genoeg voor al die aanloop. Meer dan 11 kamers, een garage met een winkel en een benzinepomp voor de 'Harley'. Grote, hoge, koele kamers waar een kerstboom van 5 meter in paste, marmeren vloeren, een voor- en achtergalerij, een overdekt platje voor als het regende, en een enorme tuin erom heen met bijpassende menagerie inclusief een jonge olifant die op doorreis was naar Europa. Het huis werd gebouwd door de opa naar wie Theo werd vernoemd: Theodore Panagiotti Mariano di Calouta. Opa stierf op 2 januari 1942, dus Theo heeft hem nooit gekend. Maar wel diens faam. De man was legendarisch in Soerabaja, al was het maar vanwege dat huis aan Goebeng Podjok 1-4.

{1951:Soerabaja} 

1919
Theodore Panagiotte Mariano Calouta werd op 19 juni 1877 in West Derby, Lancaster, Engeland geboren. Mariano was zijn derde voornaam, vernoemd als hij was naar zijn vader Nicolas Mariano Calouta. De naam Calouta gaat terug tot een oud adellijk Grieks geslacht van het eiland Chios in de Middellandse Zee. Maar adellijk of niet, het familieverhaal gaat dat moeder Theodora Emmanentia van Dam vanwege haar huwelijk met Theodore onterfd werd door haar rijke Hollandse familie. Rond de eeuwwisseling vertrekken de Calouta's met hun drie kinderen naar Amsterdam, waar de scheiding wordt uitgesproken en het gezin uit elkaar valt. Zus Henriëtte overlijdt in Amsterdam, broer George vertrekt met vader Nicolas naar Argentinië waar hij als Jorge Mariano overlijdt in Rua Cuarte, en waar de hoogbejaarde vader Nicolas in 1919 nog een testament laat opmaken ten gunste van zijn enig overgebleven kind Theodore. Theodore zelf trouwt juist in dat jaar met Maria Heil, onderwijzeres uit Soerabaja. Voor haar bouwt hij het huis. Hij heeft al een aantal pleegzonen en 1, misschien 2 zonen uit een eerdere relatie. Met Maria krijgt hij er nog eens drie jongens bij: Panagiotti (1920), Elmo (1923) en Giovanni (1929) die Hanno genoemd wordt. En allemaal bevolken ze het huis aan Goebeng Podjok 1-4.

{1923:Soerabaja} 

1942
Theodore is een welvarend man. Hij werkt voor Linde Teves en reist heen en weer tussen Indië en Europa, vanwaar hij dure cadeautjes meeneemt voor zijn aanbeden vrouw, zoals een Kodak filmcamera van f 295,00. Behalve succesvol handelaar is hij ook een artistieke en dynamische man met flair. Tijdens zijn studie bouwkunde en werktuigbouwkunde in Holland was hij bevriend met mensen als Louis Davids en Louis Bouwmeester. En ook zijn huis in Soerabaja vertoont die karakteristieke mengeling van handel en wandel, van plezier en bedrijvigheid. Het is een centrum van feesten en ontvangsten, van rijsttafel en logees, van hard werken en levensvreugde. De aankomend journaliste Lilian Ducelle woont er in; in de garage drijft een failliete vriend een toko, de bezinepomp bedient de Harley en verdient een extra cent aan de leveranciers van de toko. En ondertussen bouwt Theodore vijf suikerfabrieken, doet hij goede zaken met Oei Tjong Ham en smokkelt hij via zijn briefhoofd het woordje 'di' tussen zijn voor- en achternaam.

{1933:Surabaya} 

1943 
De jongens groeien op in de welvaart van het huis: school en sporten, uitstapjes en clubleven, hard werken en genieten. Vanaf z'n 8e zit Hanno op de Padvinderij, eerst als welp bij de I.E.V.. Later, als Hanno 12 is, worden hij en broer Panagiotti geïnstalleerd als Verkenner in de Bruin/Groene Troep van Hopman Ruitenbeek. Hanno is gegrepen door het padvindersideaal: eerlijkheid, dapperheid, kameraadschap, zelfredzaamheid in de natuur, vuurtjes stoken, ingewikkelde knopen leggen, de Padvinderswet naleven voor vorstin en vaderland en vrede. Het is dan ook een grote schok als in 1941 Chief-Scout Baden Powell sterft. Die schok wordt een jaar later overtroefd als vader Theodore op 2 januari 1942 overlijdt. En zelfs dat verdriet wordt voor Hanno nog in datzelfde jaar naar de achtergrond gedreven, door zijn internering op 10 oktober 1942 in de 'Darmo-wijk'. Dat verloopt eigenlijk heel raar. Moeder Maria Heil was onderwijzeres. Al gauw kreeg zij de opdracht van 'de Jap' om in het Japans of Maleis les te geven. Dat kon en dat wilde ze niet, en dus, Belanda Indo of niet, werd ze opgeroepen voor internering in 'de beschermde wijk'. Panagiotti, donker van uiterlijk, had zich via zijn vriend van de Italiaanse ijssalon Zangrandi tot Italiaan laten verklaren en voor zijn hoogblonde broertje Elmo verzonnen zij een list. Ze zetten Elmo met een vriendje buiten het Japanse ID-kantoor op een stoepje, het donkere vriendje kreunend voorovergebogen met zijn hand op z'n maag. Toen de Jap naar Elmo vroeg, wees Panaggiotti door het raam naar de beide jongens aan de overkant en zei: mijn broertje is ziek. Daarop gaf de Jap een tjap op het ID van Elmo, die daarmee ook tot Italiaan verklaard werd, en dus ook vrij van internering zou blijven. Maar Hanno, 13 jaar en padvinder, wil zijn moeder niet alleen laten gaan. Bovendien zegt iedereen, inclusief zijn moeder en zijn broers, "het zal hooguit voor drie maanden zijn, dan zijn die Jappen weer weg". Het worden drie lange jaren. De enige periode in Indië waarin hij buiten Soerabaia verblijft. 

       De padvinderswet (1943)
Op de eer van een padvinder kan men vertrouwen
een padvinder is trouw
het is de plicht van de padvinder zich nuttig te maken en anderen te helpen
een padvinder is een vriend voor allen en een broeder voor alle andere padvinders
een padvinder is ridderlijk
een padvinder is een dierenvriend
een padvinder weer orders te gehoorzamen zonder tegenspreken
een padvinder glimlacht en fluit onder  alle moeilijkheden
een padvinder is spaarzaam
een padvinder is rein in gedachten, woord en daad 

De padvindersbelofte
Op mijn eer beloof ik ernstig te zullen trachten 
mijn plicht te doen tegenover god en mijn land
iedereen te helpen waar ik kan en|
de padvinderswet te gehoorzamen

(www.scoutingforum.nl) 

1944
Het kamp ligt in de wijk Darmo, in het zuiden van de stad bij het Europees Kerkhof Kembang Koening, grenzend aan het terrein waarop Hanno en  zijn padvindersgroep hun honk hadden. Het Darmokamp wordt op 13 maart 1943 gesloten voor de buitenwereld, maar Hanno en zijn moeder zijn al in januari 1943 getransporteerd naar Gedangan, een klooster bij Semarang en vandaaruit door naar Halmaheira, een kamp van honderd huisjes verderop in de stad. Hanno spreekt zijn padvindersmentaliteit aan. Zo jong als hij is wordt hij Hoofd Transport van de keuken. Hij moet het voedsel in de keuken zien te krijgen vanaf de poort waar het 't kamp binnenkomt. Ook als hij later gescheiden wordt van zijn moeder en getransporteerd naar het 15e Luchtdoel Bat, een mannenkamp bij Bandoeng, laat hij zich niet zomaar kisten. Hij zoekt en vindt aansluiting bij de Intendanceploeg, een groep van zo'n 50 man die op het emplacement de goederentreinen laden en lossen. Het blokhoofd en het wijkhoofd van het kamp spelen in op zijn eergevoel als padvinder. Ze brengen hem ertoe te smokkelen: kleding naar buiten en geld of medicijnen naar binnen. Contactpersoon en mandoer op het emplacement is een Indonesische man, een voormalig student van een Nederlandse arts in het kamp, een uiterst betrouwbare vent. Toch wordt Hanno een paar keer betrapt door de Jap. De littekens op zijn armen en benen waar ze hun 'oepet' op uitdrukten bij wijze van 'milde' straf voor zo'n jonge jongen, zullen na de oorlog pas echt pijn gaan doen, als hij zich langzaamaan gaat realiseren hoe hij gemanipuleerd werd door die volwassen mannen die hij vertrouwde. En later weer, als de vorstin van het vaderland waarvoor hij vocht diezelfde keizer op haar rode loper noodt uit wiens naam kinderen als hij gemarteld werden. 

{1945:Surabaya}

1945
Maar ze redden het. Hanno, zijn moeder, de broers die buitenkampers bleven, oma Heil. Ze vinden elkaar na jaren van ontbering en vervreemding terug in het huis aan de Goebeng Podjok. En ze pakken het leven weer op. Panagiotti trouwt in 1950 met Hélène Phaff Ruitenschild en in 1951 wordt Theo geboren, die enig kind zal blijven, geliefd en gekoesterd door alle tijdelijke en permanente volwassenen in het grote huis. Ook Hanno gaat aan de slag. Hij heeft geen schoolopleiding door de oorlog, maar hij kan als burger-monteur terecht bij de Marine, terwijl hij 's avond de MTS volgt. Daarna wordt hij voorman-monteur bij de Marine Etablissement. Broer Panagiotti is Hoofd Armenzorg bij de Sociale Dienst en helpt hem aan een betere baan: Transportleider bij de Sociale Dienst, residentie Soerabaja. Na de overdracht komt de bevordering tot Inspecteur Transport (Angkutan) voor de regio Oost-Java en Madura. In 1953 trouwt hij met Emmie Löwe uit Magelang en ook zij betrekken als echtpaar een stel kamers in Hanno's ouderlijk huis. Hanno is ondertussen niet vergeten hoe goed hij kan tjatoeten. Bij de Sociale Dienst kan hij als buitenlander niet in vaste dienst komen en een salarisverhoging zit er ook niet in. Dus wordt hij ondernemer en richt hij samen met zijn vriend Rudy Bertsch een rijwielfabriek op, die ook de botenbouw overneemt van Joost Avis als deze besluit naar Holland te repatriëren. Het gaat goed, heel goed zelfs. Er is werk, er is geld, er is tijd voor hobby's als badminton, dansen. En Hanno richt nieuwe scoutgroepen op: een 'open' troep van hemzelf waar iedereen bij mag, een Chinese troep, een Arabische troep voor moslims, en de Indonesische troep Hassan Udin, want padvinder zal hij altijd blijven. Maar Hanno ziet wel een bui hangen. 

{1980:Dordrecht}

1956
Hanno en Emmie besluiten naar Holland te gaan, met moeder Maria natuurlijk, want de band tussen haar en Hanno kan nooit meer stuk. Hanno denkt niet dat hij en Rudy het als buitenlanders met de fabriek zullen redden. En warga negara worden zoals Rudy wil hij niet. Panagiotti en Hélène gaan niet mee. Zij willen -maar tevergeefs- van de Marianobezittingen redden wat er te redden valt. Kleine Theo gaat wel mee. En zo vestigt het eerste deel van de grootfamilie zich in Dordrecht, Nederland. Hanno wordt plaatwerker bij van Twist NV en na verloop van tijd ambtenaar bij de Dienst Sociale Werkvoorziening als mentor van leidinggevenden; hij zal er tot zijn vervroegde pensionering in 1989 blijven. En passant richt hij nog de badmintonclub BC Selecta op, naar voorbeeld van een ontspanningsoord in Malang, "want wat je niet kunt verkrijgen, dat maak je zelf", blijft sinds het kamp zijn leus. In 1960 komt zijn vriend Rudy als 'spijtoptant' naar Nederland: na een vakantie in de bergen had hij bij terugkomst zijn fabriek onttakeld gevonden, er waren vreemde mensen in zijn huis getrokken, zijn inboedel lag op straat en alle autoriteiten keken een andere kant op. Ook Panagiotti en Hélène landverhuizen nu naar Dordrecht, op steenworp afstand van waar Hanno en Emmie wonen. De kleine Theo, 12 inmiddels, gaat weer bij zijn ouders wonen, maar gelukkig trekt moeder Maria nu bij Hanno en Emmie in. De huizen in Nederland zijn niet gebouwd op een grootfamilie, maar dit lijkt nog het meest op het familieverband waarin ze gewend waren te leven. En zo, omringd door zijn familie, verzamelt Hanno het familieverhaal. Zijn nieuwe hobby, modelbouw, past daar naadloos in. Na de Harley, de auto's en de boten, bouwt hij zijn ouderlijk huis na, op schaal, compleet met bijgebouwen, menagerie en verlichting. Misschien dat Theo daarom zo'n levendige herinnering houdt aan het geboortehuis? Al die modelbouw brengt later nog een aardige cent op voor Giri Asih, de stichting waarvan Theo deel uitmaakt en die een weeshuis runt op Bali. Maar het model van Goebeng Podjok 1-4 brengt Hanno naar het IWI. Waar het met zijn verhaal is opgenomen in de eregalerij van migranten.

1929  
 
1929