Indisch Wetenschappelijk Instituut
 
E.C.M. Ouwerkerk (1947)


{1947:Den Haag, Nederland}

1999
Tegen het eind van de 20e eeuw brengt Lieke de spullen van haar ouders naar het IWI in Den Haag. Een paar dozen met boeken, drie fotoalbums en wat paperassen. Nu haar moeder overleden is, wil ze haar Indische geschiedenis in een bijpassende omgeving onderbrengen, want gewoon weggooien, dat doe je toch ook niet. Zelf heeft ze herinneringen aan Soerabaja in Indonesië, maar met wie kan ze die nog uitwisselen? Ze woont in Triëst, Italië, waar niemand ooit van Indië gehoord heeft. Ze weet nog, ze was een jaar of drie, dat ze op een grote boot stapte, MS de Willem Ruys, die haar en haar moeder in een paar weken naar Jakarta bracht. Vader was daar al. Ze hebben er tot haar 8, of 9e jaar gewoond. Misschien dat ze in 1953 nog eens via Singapore naar Nederland terug is gegaan, dat staat haar vaag bij. Hoe dan ook, in 1956 vestigden zij en haar moeder zich definitief in Den Haag, terwijl vader nog wel tot 1960 in Indonesië bleef. Waarom? Hoezo? Waartoe? Ze weet het echt niet. Ze heeft er ook nooit diepgravend naar gevraagd toen haar ouders nog leefden. Eenmaal in Holland verdween Indië al snel uit haar leven. Stempels in haar moeders paspoort. En toch..., gewoon weggooien, dat Indische spul, dat kon ze niet. 

{1959:Soerabaja}

1948
Wat haar vader met Indië had, weet Lieke eigenlijk niet. Hij werd op 1 maart 1920 in Den Haag geboren als Adrianus Pieter Ouwerkerk. Maar zo'n geboorteplaats zegt niet veel in kringen van Indische mensen die alsmaar heen en weer reizen tussen de kolonie en Europa. Misschien waren zijn ouders gewoon Hollanders. Maar misschien ook waren zij op verlof in Holland toen hij geboren werd. Of al met pensioen en gingen hun kinderen op volwassen leeftijd na een relevante studie weer naar Indië. Dat laatste deed Liekes vader Adrianus Pieter in elk geval. Maar of hij nou in Wageningen had gestudeerd? Of juist in Delft? Lieke weet het echt niet. Ze weet alleen dat hij ergens in de jaren '40 van de vorige eeuw in dienst van de BPM naar Indië vertrok. 

{1926:Medan}

1929
Moeder Nineke is wel Indisch. Zij is een meisje Westendorp uit Batavia, opgegroeid op Sumatra, Celebes en Borneo. Daarover gaan de fotoalbums die haar dochter nu aan het IWI schenkt. Er zijn twee ' echte' albums, en eentje waarin haar moeder allemaal losse foto's bij elkaar heeft geplakt. Geen idee wie de mensen zijn, die er op staan, er is hoogst zelden tekst bij geschreven. Sommige komen ook in de andere twee albums voor. Die gaan om het gezin waarin moeder Virginie, Nineke genoemd, op 11 april 1922, nog in Depok, werd geboren. Een jaar na Virginie, toen het gezin al in Medan op Sumatra woonde, kwam Hannie. Na twee jaar kwam er een zoon bij, en in 1926, toen vaders werk hem met zijn gezin naar Samaranda had overgeplaatst, werd Wilhelmus geboren, oom Wim voor Lieke; hij werd later nog Inspecteur van Politie in Medan. 'Mijn laddertje'  noemt "moesje" haar kinderschaar liefkozend als ze van klein naar groot op een rijtje voor de camera poseren. 'Moesje' is Elise Daum (1902), de moeder van Nineke, de oma naar wie Lieke vernoemd is.

{1920:Bandoeng} 

1920
Elise Daum is ook Indisch, hoewel in Europa geboren, misschien in Den Haag, waar ze later, na haar pensionering gaat wonen. Kennelijk was er op haar komst in de familie Daum niet meer gerekend. Dat is op te maken uit een merkwaardige brief van 1902 in Ninekes nalatenschap geschreven door ene heer Glogner uit Berlijn. Hij feliciteert vader Daum hartelijk met de geboorte van zijn dochter, onder het uitspreken van zijn medeleven met het feit dat het geen stamhouder is geworden. Die brief, of de briefschrijver, moet dierbaar zijn geweest voor oma Elise, en later moeder Nineke. Anders zou de brief niet zo zorgvuldig bijna een eeuw lang bewaard zijn gebleven, en ook door kleindochter Lieke niet gewoon weggegooid worden. Elise trouwt in Indië en haar huwelijksleven brengt ze door in Depok, Java, in Medan, Sumatra, en in Samaranda, Borneo. Met haar man Ad Westendorp uit Zaltbommel (3 mei 1893) heeft ze zo te zien een heerlijk leventje. Een liefhebbende echtgenoot met een goed inkomen, een rentengan gezonde kinderen, een ruim huis, personeel, veel vrienden over de vloer, verlof in Europa en pensionering in Holland nog voor de Japanse inval. Wat ging er dan mis? Wanneer? Met wie? De albums geven geen antwoorden, wekken alleen die vragen op. Vooral door het album waarin de pagina zit met het opschrift 'gelukkige jeugd'. Met krachtige uithalen en venijnige krassen zijn de gezichten van "moesje" en haar Ad onherkenbaar gemaakt en soms zelfs afgescheurd. Gezien de onderschriften die niet meeverwoest zijn, heeft tenminste één van de kinderen de herinnering aan zijn of haar jeugd willen herzien. 

{1929:Samarinda}

1929
Van de dader geen spoor. Van de oorlog ook niet. De albums spelen zich af in de jaren '20 en '30 van de 20e eeuw, vóór de Japanse bezetting, vóór de bersiap en de onafhankelijkheidsoorlog, vóór de grote uittocht naar Nederland, en de paperassen gaan over de periode vanaf 1950. Wat gebeurde in die tussentijd met de leden van het gezin Westendorp? Bleven ze in Indië, of ontkwamen ze naar Australië? Bleven ze buitenkampers of ontkwamen ze niet aan Japanse internering? Werden alleen de jongens opgepakt, als burger of als krijgsgevangenen. Hoe kwamen ze de oorlog door? Zijn ze ooit weer bij elkaar gekomen als gezin? De albums noch de paperassen geven uitsluitsel. De hele WO II komt in de 'collectie Ouwerkerk-Westendorp' niet voor.

{1948:Den Haag}

1947
Wel de bersiap, maar zijdelings. In handschrift heeft Nineke, of was het haar moeder Elise? het gedicht 'Terwijl...' van ene Alva, bewaard, waarin bitter beklag gedaan wordt over "een onderwijzer uit de desa: Soedirman van de T.R.I."  die bewaakt door "vrijwel een compie" door de stad rijdt "terwijl in kampen, diep in Java, nog duizenden gevangen zijn". In die tijd woont Nineke in Den Haag. Haar moeder ook; vader Ad is overleden. Nineke is getrouwd met Adriaan Pieter Ouwerkerk, die bij de B.P.M. werkt en ergens in 1948 - weer of voor het eerst? - naar Indië vertrekt. Op 19 januari 1947 is hun dochter Elise Catharina Margriet geboren, die Lieke genoemd wordt. Zo ondertekent Nineke tenminste haar dankkaartje voor de achterblijvers als zij op 17 oktober 1950 aan boord van de MS Willem Ruys van de Rotterdamse Lloyd stapt, en haar man achterna reist: 'Nineke Ouwerkerk-Westendorp en Lieke'. Tot ongeveer haar 9e jaar woont Lieke met haar ouders in Soerabaja en Jakarta, Indonesië. In 1956 verhuist ze weer naar Den Haag, Nederland. En nu woont ze dan in Triëst, Italië. Het land waar ook Couperus regelmatig naar afreisde om zijn Indische romans te kunnen schrijven.  

{1999:Triëst, Italië}

1999
Stempels in een paspoort, wat vooroorlogse fotoalbums en naoorlogse paperassen, dat is 'Indië' voor Lieke in Triëst. Het zijn de herinneringen van haar ouders, waar ze maar de helft van snapt, omdat ook de bewaarde spullen wat haar betreft nauwelijks onderling verband vertonen. En toch, ze ontkent het niet, doen die losse spullen af en toe, een belletje van herkenning rinkelen. Zoals bij het artikel van J.H.Ritman, dat haar moeder in 1980 uit de Haagsche Courant knipte, en altijd bewaarde. Over 'Reizen per schip' ging het. Ja, dat heeft ze inderdaad zelf ook nog gedaan. Niet met de K.P.M. (1888-1960) maar wel met de Willem Ruys. Ja, "die speciale toestand rond een aanleggend schip", dat herinnert zij zich ook zo. Wonderlijk zoals zo'n herinnering in de context van de IWI-collectie een nieuwe, ruimere, historische, dimensie krijgt. 

 

 

 

 

 

 

 

1947  
 
1947